Voor professionals
Themadossiers | Gezondheid

Veelgestelde vragen over vaccineren

Veelgestelde vragen over vaccineren

Steeds meer ouders twijfelen aan het nut en de noodzaak van vaccinaties. Dat zijn niet alleen streng religieuzen, maar ook antroposofen en hoogopgeleiden. Die prikangst is terug te zien bij de gegevens van het RIVM: inenten is voor minder ouders vanzelfsprekend.

Steeds minder kinderen krijgen alle nodige injecties. Ook komen steeds meer ouders met vragen. Om te ondersteunen bij het beantwoorden daarvan hebben we een lijst met vragen en antwoorden samengesteld over het basisvaccinatieprogramma.


Hoe werkt een vaccin?

Infectieziekten worden veroorzaakt door bacteriën of door virussen. Vaccins zorgen ervoor dat het immuunsysteem en daarmee het afweersysteem wordt geactiveerd. Het lichaam is daardoor beter tegen de betreffende ziekten beschermd.

Waarom is vaccineren nodig?

Bij het doormaken van een ernstige vorm van een kinderziekte bestaat een risico op complicaties. Daardoor kunnen kinderen in het ziekenhuis belanden of soms zelfs overlijden. De laatste uitbraak van mazelen in Nederland was in 2013, in de regio Zuid-Holland. Daarbij is één kind overleden.

Zolang de vaccinatiegraad boven de 95% is, zal een kind waarschijnlijk niet ziek worden. Maar de tendens is dat die vaccinatiegraad lager wordt. Daarmee wordt de kans op een besmettelijke ziekte groter.

Vaccins zorgen ervoor dat sommige ernstige infectieziekten in Nederland niet meer voorkomen. In Nederland hebben jonge ouders die ziekten nooit meer gezien. Maar door ernstige ziekten als difterie, mazelen en kinkhoest, sterven wereldwijd elk jaar nog honderdduizenden kinderen die niet of niet genoeg gevaccineerd zijn. Dankzij vaccinaties zijn pokken helemaal van de wereld verdwenen. Het virus is uitgeroeid door de mens. Ook polio is wereldwijd bijna uitgeroeid. Er komen jaarlijks minder dan 100 gevallen voor. Maar als we deze ziekten wereldwijd willen uitbannen moet de vaccinatiegraad boven de 95% blijven. Daaronder is de kans groter op uitbraak van infectieziekten. Daarom is de grens van 95% een eis van de WHO, de World Health Organization.

Waarom zo jong vaccineren?

Omdat de ziekten waartegen gevaccineerd wordt juist voor heel jonge kinderen gevaarlijk zijn, moeten kinderen zo vroeg mogelijk beschermd worden. Het is dus beter om snel te vaccineren.

Beschermt borstvoeding ook?

Nee, via de borstvoeding krijgt een kind een tijdelijke bescherming mee tegen bepaalde ziekten, zoals darminfecties, maar niet tegen de ziekten waartegen kinderen via het Rijksvaccinatieprogramma gevaccineerd kunnen worden, zoals polio, difterie, kinkhoest en hersenvliesontsteking.

Hoe veilig zijn vaccins?

Vaccins zijn veilig, dat is wetenschappelijk bewezen. Voordat een vaccin toegevoegd wordt aan het Rijksvaccinatieprogramma is er veel onderzoek naar de veiligheid en effectiviteit gedaan. Bijvoorbeeld door de Gezondheidsraad en het ministerie van VWS.

Hoe goed beschermen de vaccins in het Rijksvaccinatieprogramma?

Alle vaccins in het Rijksvaccinatieprogramma beschermen kinderen goed tegen de ziekten. Om ze optimaal te beschermen, moet een kind vaak wel meerdere prikken krijgen. De beschermende werking duurt namelijk niet bij alle vaccins even lang. Als je naar een land gaat waar de ziekten nog voorkomen of als je een verwonding hebt, moet je soms na 10 tot 15 jaar een herhalingsprik halen.

Een kind heeft het BMR-vaccin gehad en kreeg toch een van de ziektes. Hoe kan dat? Een vaccin werkt nooit bij 100% van de mensen. Soms slaat het niet aan en dan kun je alsnog ziek worden. Maar niet zo ziek als iemand die niet gevaccineerd is. Bij de vaccinatie tegen BMR bouwt 95% van de kinderen die zijn gevaccineerd immuniteit op. Bij de overige 5% slaat het vaccin niet aan. Ook het kinkhoestvaccin kan de ziekte niet altijd voorkomen, maar na vaccinatie verloopt de ziekte bij jonge kinderen minder ernstig.

Is het erg om de mazelen, bof of rode hond te krijgen?

Deze ziekten zijn ontzettend besmettelijk. Naast het ziek worden, met kans op complicaties, kan een ongevaccineerd kind een ander ongevaccineerd kind makkelijk aansteken, bijvoorbeeld op school of een kinderdagverblijf.

De meeste kinderen genezen van mazelen. Maar wel krijgen ongeveer 1 op de 20 kinderen er een longontsteking door. Toen er nog niet gevaccineerd werd tegen deze ziekte, liep bovendien 1 op de 1.000 kinderen hersenbeschadiging op vanwege de mazelen. (bron: RIVM, Volkskrant 17-11-16)

Waarom is er zoveel in het nieuws over vaccineren?

Dat heeft alles te maken met de werking van social media. Is er een keer gezocht op een onderwerp dat met vaccinaties te maken heeft, dan zal de zoekmachine op andere (zoek)momenten dat onderwerp actief bovenaan de zoekresultaten zetten.
Dit betekent dat allerlei geruchten kunnen komen bovendrijven. Zo is er een onderzoek over vaccinatie en autisme, dat steeds de kop op steekt. Dit kent echter geen wetenschappelijke grond en is weerlegd. Ook zijn er op het internet verschillende persoonlijke verhalen. Ze voeden als het ware social media en het internet en maken mensen aan het twijfelen. Wetenschappelijk onderbouwde verhalen over vaccinaties komen op het internet veel minder voor. Dat zoveel vaccinaties goed gaan is geen nieuws en dus ook veel minder vaak een zoekresultaat.

Kan een kind autisme krijgen van de BMR-vaccinatie?

Nee. Het bericht dat er een relatie zou zijn tussen autisme en de vaccinatie tegen bof, mazelen en rodehond is de wereld ingestuurd door Andrew Wakefield. In 1998 publiceerde deze Britse onderzoeker in het medisch tijdschrift 'The Lancet' een studie onder 12 jongens, van wie enkelen volgens hun ouders gedragsproblemen kregen na de BMR-vaccinatie. Niet veel later werd de studie teruggetrokken wegens fraude. Wakefield verloor zijn artsentitel. Grootschalige onderzoeken, onder meer van de wereldgezondheidsorganisatie WHO toonden aan dat er geen enkel verband is tussen vaccinatie en autisme. Ook de Nederlandse vereniging van autisme heeft hier afstand van genomen.

Mag de BMR-vaccinatie volgens de islam?

Sommige moslims zetten vraagtekens bij de BMR-vaccinatie. De vaccinatie tegen bof, mazelen en rodehond bevat gelatine. Deze stof wordt gemaakt van de botten, huid en pezen van onder meer varkens. De Koran verbiedt het eten van varkensvlees. Islamitische geleerden stelden op een WHO-bijeenkomst dat er geen bezwaar is tegen gelatine. Tijdens het chemisch proces treedt er een transformatie op van ‘niet puur’ naar ‘puur’. Ook is het gebruik voor medische doeleinden anders dan consumptie.

Wat kunnen de bijwerkingen van een vaccinatie zijn?

Kinderen kunnen last krijgen van een wat pijnlijke arm, ze kunnen koorts krijgen of hangerig zijn. Dit is ook te zien als een werking van het vaccin. Ernstige bijwerkingen bij het inenten zijn extreem zeldzaam. Bijwerkingen zijn minder vervelend dan het krijgen van de infectieziekten waartegen kinderen gevaccineerd worden, zoals mazelen of polio. Ernstige bijwerkingen worden gemeld bij het bijwerkingencentrum LAREB. Als er een verdenking van bijwerkingen is, dan wordt dat grondig onderzocht.

Wat zit er in vaccins?

Als ouders precies willen weten wat er in de vaccins zit kunnen ze een bijsluiter aanvragen bij de GGD. Ook staan de bijsluiters op de website van het RIVM.

Aluminiumverbindingen

In veel vaccins zitten aluminiumverbindingen. Deze kleine hoeveelheden zijn niet schadelijk voor de gezondheid. Aluminiumverbindingen zijn hulpstoffen die ervoor zorgen dat het lichaam antistoffen gaat aanmaken. In de vaccins voor de eerste 6 maanden zit ongeveer 4 mg. Dat is niet veel: in flesvoeding zit namelijk circa 30 mg per keer.

Formaldehyde

In sommige vaccins zit formaldehyde, maar het is ongevaarlijk. Formaldehyde is meestal een reststof. Het wordt gebruikt bij de productie van vaccins om ervoor te zorgen dat er geen verkeerde bacteriën in het vaccin kunnen komen, of om virussen of eiwitten minder gevaarlijk te maken. Na afloop wordt het er weer uitgehaald, maar soms kunnen er sporen achterblijven. Formaldehyde is een stof die ook in het menselijk lichaam van nature voorkomt. In een peer zit er bijvoorbeeld circa 12.000 microgram, in een vaccin 100 microgram.

Geen thiomersal (kwik) of fenoxyethanol (antivries= koelvloeistof)

Er zit geen thiomersal of antivries in de vaccins.

Meer informatie

Meer informatie over vaccinaties: www.rijksvaccinatieprogramma.nl en www.rivm.nl.

Of bel Irene Koendjbiharie, arts Maatschappij en Gezondheid, telefoon 088 308 40 70.

Uitgelicht

Bekijk ook